De FOD Economie verklaart de oorlog aan onrechtmatige schadebedingen!
Na een klacht ingediend door een bemiddelaarster van het OCMW van Eghezée, heeft de FOD Economie aan Voo gevraagd zijn algemene voorwaarden aan te passen!
Geconfronteerd met de praktijken van deurwaarder Bordet die inningsrechten en ingebrekestellingskosten aanrekende in het kader van een minnelijke invordering voor rekening van de onderneming Tecteo/Voo, kreeg een schuldbemiddelaarster van het OCMW van Eghezée het goede idee om op 18 maart 2014 de FOD Economie hierover aan te spreken.
De deurwaarder verwees ter rechtvaardiging van deze praktijk naar de algemene voorwaarden van Voo, waarin het volgende te lezen valt:
«7.3 Betalingsachterstand
In geval van betalingsachterstand of wanbetaling, zelfs gedeeltelijk, zal er een aanmaning worden verstuurd voor de aan VOO verschuldigde bedragen waarvan de vervaldatum verstreken is. Elke aanmaning zal aan de Klant gefactureerd worden op basis van de geldende tarieven.
Elk op de vervaldag onbetaald bedrag zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling leiden tot interesten volgens de wettelijke tarieven, waarbij elke begonnen maand volledig verschuldigd is. De Klant moet bovendien een forfaitaire schadevergoeding betalen van 15% van de op de vervaldag onbetaalde bedragen met een minimum van 50 euro.
Bij invordering van onbetaalde facturen zijn alle invorderingskosten voor rekening van de schuldenaar, zowel minnelijk, van rechtswege of buitengerechtelijk (zoals onderzoekskosten, ingebrekestellingen, aanmaningen ...), onverminderd het recht van VOO om een schadevergoeding te eisen en andere stappen te nemen, waaronder ook gerechtelijke procedures, die nodig zijn om zijn belangen te vrijwaren.
Als VOO eventuele aan de Klant verschuldigde bedragen niet binnen de afgesproken termijnen aan de Klant betaalt, heeft de Klant recht op soortgelijke achterstandsboetes».
Alvorens de FOD Economie aan te spreken, had de bemiddelaarster eerst, zonder succes, een klacht ingediend bij de Arrondissementskamer van Gerechtsdeurwaarders van Luik.
Die antwoordde dat de wet op de minnelijke invordering gebrekkig werd opgesteld en dat «ze misbruiken door bepaalde schuldeisers heeft mogelijk gemaakt, die clausules voorzien die men als onrechtmatig zou kunnen beschouwen.»
En wat de rol van de deurwaarder betreft: «Zonder bindende tekst kan de Arrondissementskamer de gerechtsdeurwaarder slechts aansporen om zijn client in te lichten over het mogelijke onrechtmatige gebruik dat hij zou hebben vastgesteld in de reglementen of in de algemene voorwaarden in het kader van de minnelijke invordering».
Onze bemiddelaarster liet echter niet los en diende klacht in bij de FOD Economie.
Voo heeft er vervolgens mee ingestemd om het onrechtmatige beding als volgt aan te passen, vanaf 01/08/2015.
«7.3 Betalingsachterstand
In geval van betalingsachterstand of wanbetaling, zelfs gedeeltelijk, zal er een aanmaning worden verstuurd voor de aan VOO verschuldigde bedragen waarvan de vervaldatum verstreken is. Elke aanmaning zal aan de Klant gefactureerd worden op basis van de geldende tarieven.
Elk op de vervaldag onbetaald bedrag zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling leiden tot interesten volgens de wettelijke tarieven, waarbij elke begonnen maand volledig verschuldigd is. De Klant moet bovendien een forfaitaire schadevergoeding betalen van 15% van de op de vervaldag onbetaalde bedragen met een minimum van 50 euro.
Bij invordering van onbetaalde facturen, in het geval dat de schuldenaar in het ongelijk wordt gesteld door het gerecht, zijn alle invorderingskosten voor rekening van de schuldenaar, zowel minnelijk, van rechtswege of buitengerechtelijk (zoals onderzoekskosten, ingebrekestellingen, aanmaningen ...), onverminderd het recht van VOO om een schadevergoeding te eisen en andere stappen te nemen, waaronder ook gerechtelijke procedures, die nodig zijn om zijn belangen te vrijwaren.
Als VOO eventuele aan de Klant verschuldigde bedragen niet binnen de afgesproken termijnen aan de Klant betaalt, heeft de Klant recht op soortgelijke achterstandsboetes».
KLEINE HERINNERING
Sinds 2009 hebben veel schuldeisers hun algemene voorwaarden aangepast om een door de wet op de minnelijke invordering bepaald principieel verbod te omzeilen, volgens hetwelk "degene die de activiteit van minnelijke invordering verricht (of dit nu een deurwaarder of een incassobureau is), aan de schuldenaar geen bezoldiging of vergoeding voor de invordering van schulden mag vragen.”
Zo voorzien talrijke algemene voorwaarden vandaag, net als die van Voo, dat in geval van wanbetaling de consument aansprakelijk is voor alle invorderingskosten (ongeacht of deze minnelijk of gerechtelijk zijn).
Wij strijden al lang, zonder veel succes, tegen deze praktijken die de deurwaarders toelaten om aan de schuldenaar kosten aan te rekenen, die in verband staan met hun tussenkomst.
Onze interpretatie van de wet op de minnelijke invordering
Artikel 5 van de wet verbiedt om aan de consument enige vergoeding te vragen, anders dan “de overeengekomen bedragen in de onderliggende overeenkomst in geval van niet-naleving van de contractuele verbintenissen”.
Artikel 3 §2 van de wet verbiedt het in rekening brengen aan de consument, bovenop het algemene bedrag, van niet voorziene of niet wettelijk toegestane bedragen
De wetgever heeft zo een onderscheid willen maken tussen:
1. de kosten die voortvloeien uit de overeenkomst, te weten :
- het strafbeding
- de conventionele interesten
- de door de schuldeiser gemaakte herinneringkosten en aanmaningskosten.
2. en de kosten voor het optreden van een deurwaarder of een incassobureau, zoals:
- door de deurwaarder of het incassobureau gemaakte aanmaningskosten,
- portkosten;
- kosten voor het inwinnen van inlichtingen;
- inningskosten (x % van het bedrag), die vermeerderd worden indien de schuldenaar in meerdere keren betaalt;
- dossierkosten en andere kosten;
- de BTW;
- enz.
Het doel van deze wet was te vermijden dat de consument een vergoeding zou moeten betalen aan de persoon die de schuldeiser helpt bij de minnelijke invordering. .
Het is immers de schuldeiser die ervoor kiest om een beroep te doen op een derde voor de inning van de onbetaalde schulden.Het komt dan ook de schuldeiser toe, en niet de consument, om de persoon te vergoeden, die hem bijstaat bij de minnelijke invordering.
Daarentegen kan de schuldeiser uiteraard van de consument wel de bedragen eisen, die in de overeenkomst werden overeengekomen, te weten het strafbeding, de conventionele interesten en de (door de schuldeiser gemaakte) kosten voor de ingebrekestelling. Het strafbeding "beoogt juist de vergoeding van de door de schuldeiser gemaakte buitengerechtelijke invorderingskosten".
Artikel 3 van de wet op de minnelijke invordering legt ook een algemeen verbod op van iedere gedraging of praktijk die de consument kan misleiden en verbiedt in het bijzonder elke mededeling die onjuiste juridische bedreigingen bevat, of die onjuiste inlichtingen over de gevolgen van een wanbetaling bevat (Art. 3. § 2).
Weet ook dat dit verbod geldt voor elke persoon die een consument aanzet om onbetaalde schulden minnelijk in te vorderen: zowel de schuldeiser zelf (of eventueel een nieuwe schuldeiser die de schuld heeft overgenomen), als een tussenpersoon die optreedt namens een (andere) schuldeiser.
Bevoegdheid van de FOD Economie
Ook al kan de FOD Economie jammer genoeg geen controle uitoefenen op de gerechtsdeurwaarders, ze is wel bevoegd om de handelspraktijken van ondernemingen te controleren uit hoofde van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" van het Wetboek van economisch recht (Boek VI).
Het standpunt van de FOD Economie
In het geval dat ons bezighoudt, heeft de FOD Economie na onderzoek geoordeeld dat het beding van Voo, zijnde "alle invorderingskosten zijn voor rekening van de schuldenaar”, een onjuiste juridische bedreiging was.
Men kan immers nooit op voorhand de afloop van een proces kennen. De kosten van een eventuele rechtszaak zullen enkel ten laste vallen van de consument, indien hij in het ongelijk wordt gesteld.
De gevolgen van deze wijziging?
In overeenstemming met de geest van de wet op de minnelijke invordering, kan deurwaarder B. de kosten die gerelateerd zijn aan zijn tussenkomst in het kader van een minnelijke invordering niet meer doorrekenen aan de consument.
Dit zijn:
- de aanmaningskosten gemaakt door zijn kantoor,
- de portkosten;
- kosten voor het inwinnen van inlichtingen;
- inningskosten (x % van het bedrag), die vermeerderd worden indien de schuldenaar in meerdere keren betaalt;
- dossierkosten en andere kosten;
- de BTW;
- enz.
Opgelet : Deurwaarder B. kan uiteraard aan de schuldenaar de kosten aanrekenen die voortvloeien uit de overeenkomst, te weten:
- het strafbeding (15% van de op de vervaldag onbetaalde bedragen met een minimum van 50 euro)
- de conventionele interesten (interesten volgens de wettelijke tarieven te tellen vanaf de vervaldag van de factuur)
- de door de schuldeiser gemaakte herinneringkosten en aanmaningskosten (op basis van de geldende tarieven).
Wat kan ik concreet doen met deze informatie in mijn dossiers?
U ziet het, geduld loont!
Wanhoop niet en blijf net als onze bemiddelaarster in Eghezée klacht indienen bij de Arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders, maar ook bij de FOD Economie.
Om u hierbij te helpen, vindt u verschillende standaardbrieven terug op de beveiligde pagina van onze website.
Zee ook, voor info : Commissie voor onrechtmatige bedingen : Advies 39 inzake SCHADEBEDINGEN EN MINNELIJKE INVORDERING.
Schuldbemiddelaars kunnen (als tussenpersoon) klacht indienen bij de FOD Economie, ofwel per brief, ofwel middels een online formulier dat u kunt vinden op onderstaande link: http://economie.fgov.be/nl/geschillen/klachten/waar_hoe_klacht_indienen/online_klacht/
FOD Economie Algemene Directie Economische Inspectie
Koning Albert II-laan, 16
1000 Brussel
Tel. : 02 277 54 84
Fax : 02 277 54 52
E-mail : eco.inspec.di@economie.fgov.be
Toeval?
Wij hebben recent een dossier ontvangen van deurwaarder Leroy met betrekking tot een factuur van Brutele, die het voorwerp uitmaakt van een minnelijke invordering.
En wat een verrassing, in zijn afrekening – die dateert van oktober 2015 – vermeldt de deurwaarder zijn kosten (1 aanmaningsbrief en 1 dagvaarding) als «niet toegekende» kosten en legt deze niet meer ten laste van de schuldenaar…
En een korte video, genaamd “Maudits frais de rappel !/Vermaledijde herinneringskosten!” ter illustratie!
http://www.rtbf.be/video/detail_maudits-frais-de-rappel?id=2040765