Nieuwigheden op het vlak van onbetaalde telecomfacturen ! (JUNI 2018)
De wet telecom strekt ertoe de consumenten te beschermen inzake electronische communicatie.
Ze dateert van 2005 [1] maar werd meermaals gewijzigd, oa. in 2012 [2], om een beschermingsmaatregel van de consument toe te voegen, d.i . de mogelijkheid die de consument krijgt om zijn overeenkomst van onbepaalde duur kosteloos op te zeggen of zijn overeenkomst van bepaalde duur na zes maanden ook kosteloos te kunnen opzeggen.
De wet van 31 juli 2017 [3] brengt nog ander nieuwigheden met zich mee. Zo bepaalt ze de procedure die van toepassing is bij een betalingsachterstand, de kosten die mogen aangerekend worden en de minimumdienst die mag worden opgelegd/voorgesteld.
Het nieuw artikel 119 ziet er als volgt uit :
§ 1 (…)
§ 2. Indien de abonnee de factuur niet tijdig betaalt, mag de operator de betrokken abonnee op elk moment schriftelijk herinneren aan het verstrijken van de vervaldatum van de factuur en hem uitnodigen de volgens de operator verschuldigde betaling te verrichten. De aangerekende rentevoet voor eventuele verwijlintresten mag niet hoger liggen dan de wettelijke rentevoet.
De eerste schriftelijke herinnering is gratis. De kosten voor de daaropvolgende schriftelijke herinneringen mogen niet hoger liggen dan 10 euro.
§ 3. Wanneer de operator zich voorneemt om de eigen dienstverlening aan een abonnee te onderbreken, richt hij een voorafgaand schriftelijk bericht dat waarschuwt voor een aanstaande onderbreking van de dienst (hierna : "het waarschuwingsbericht" ) tot de betrokkene, dat ten minste de volgende elementen bevat :
o 1° het nog verschuldigde bedrag;
o 2° de termijn waarover de betrokkene beschikt om zijn situatie in orde te brengen; deze termijn mag niet korter zijn dan de tijd die redelijkerwijze nodig is om een betaling uit te voeren en zijn verplichtingen inzake de betalingsvoorwaarden na te komen;
o 3° indien de abonnee een consument is, informatie over of een verwijzing naar de mogelijkheden en voorwaarden om een bedrag te betwisten, een afbetalingsregeling uit te werken of van tariefformule te veranderen;
o 4° de naam en het telefoonnummer van zijn bevoegde dienst.
De kosten voor het aanmaken en verzenden van het schriftelijk waarschuwingsbericht aan consumenten mogen niet hoger liggen dan 10 euro. De Koning kan, na advies van het Instituut, dat forfaitair bedrag aanpassen en de regels voor het waarschuwingsbericht verder preciseren.
§ 4. Indien de abonnee binnen de gestelde termijn geen gevolg geeft aan het waarschuwingsbericht van de operator, geen geldige betwisting van het openstaande bedrag aan de operator kenbaar maakt en geen afbetalingsplan vraagt, mag de operator zijn dienst beperken tot een minimumdienst. Indien de abonnee een afbetalingsplan vraagt, mag de operator een minimumdienst voorstellen.
Een minimumdienst in de zin van dit artikel is een dienstverlening waarbij de eindgebruiker op zijn minst nog over de mogelijkheid beschikt de nooddiensten op te bellen en toegang te krijgen tot het vast Internet aan een up- en downloadsnelheid, die even hoog is als de snelheid die de abonnee nog krijgt, wanneer zijn in zijn abonnement inbegrepen internetvolume is opgebruikt of, indien een dergelijke voortzetting van internettoegang niet voorzien is in zijn abonnementsformule, aan een upload- en downloadsnelheid gelijk aan of hoger dan 256 kilobit per seconde.
§ 5. Tijdens de minimumdienst mag de operator enkel de kosten aanrekenen die rechtstreeks verband houden met de ingestelde minimumdienst.
Een mobiele operator kan zijn abonnee ook omzetten naar een formule met een voorafbetaalde kaart in plaats van een minimumdienst in te stellen.
§ 6. De ingebrekestelling die voorafgaat aan de volledige verbreking van de aansluiting bevat ten minste de volgende elementen :
o 1° het nog verschuldigde bedrag;
o 2° de termijn waarover de betrokkene beschikt om zijn situatie in orde te brengen; deze termijn mag niet korter zijn dan de tijd die redelijkerwijze nodig is om een betaling uit te voeren en zich in regel te stellen met de betalingsvoorwaarden.
De Koning kan, op advies van het Instituut, de precieze termijn bepalen die moet gegeven worden;
o 3° de naam en het telefoonnummer van zijn bevoegde dienst.
§ 7. Indien de abonnee in overeenstemming met paragraaf 4 in minimumdienst werd geplaatst, hij binnen de gestelde termijn geen gevolg geeft aan de ingebrekestelling, bedoeld in paragraaf 6, en hij geen geldige betwisting van het openstaande bedrag vermeld in die ingebrekestelling aan de operator kenbaar maakt, kan de operator de dienstverlening onderbreken.
Iedere onderbreking van de eigen dienstverlening die een operator toepast als gevolg van een wanbetaling blijft, voor zover dat technisch mogelijk is, beperkt tot de betrokken dienst.
§ 8. In geval van een betwisting te goeder trouw van het aan de operator openstaande bedrag wordt de verleende dienst niet onderbroken of beperkt tot minimumdienst wanneer de abonnee het niet-betwiste bedrag correct betaalt aan de operator. Wanneer de klacht van een consument over het betwiste bedrag op de factuur gegrond wordt bevonden, dan betaalt de operator aan de consument integraal het betwiste bedrag terug.
(…)
§ 10. De onderbreking van de dienstverlening of de instelling van de minimumdienst wegens wanbetaling is gratis.
Het bedrag dat eventueel verschuldigd is voor de reactivering van de diensten na een onderbreking wegens wanbetaling mag niet meer bedragen dan 30 euro inclusief btw.
§ 11. Indien de operator de paragrafen 3 tot en met 10 niet naleeft, vervallen alle aan de abonnee aangerekende kosten en interesten en heeft de abonnee, in voorkomend geval, recht op een kosteloze reactivering van de dienst.
Deze maatregelen zijn niet van toepassing in geval van :
o 1° fraude
o 2° aanhoudend te laat of niet betaalde facturern, met name wanneer de abonnee binnen een periode van 12 maanden reeds het regime van minimumdienst heeft genoten of wanneer diens aansluiting binnen een periode van 12 maanden al eens werd verbroken;
o 3° excessief gebruik.
[1] Wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, BS, 20 juni 2005
[2] Wet van 10 juli 2012 houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie, BS,25 juli 2012
[3] Wet van 31 juli 2017 houdende diverse bepalingen inzake elekronische communicatie, BS, 12 september 2017.