De hervorming van de tuchtprocedure tegen gerechtsdeurwaarders (APRIL 2023)
Een wetsontwerp dat op 22/11/2022 werd goedgekeurd en op 22/12/2022 gepubliceerd, voorziet in een hervorming van de tuchtprocedure tegen gerechtsdeurwaarders. De nieuwe wet evenwel zal pas over één jaar op 01/01/2024 in werking treden. De tekst bevat immers talrijke verwijzingen naar interne reglementen (een voor het Auditoraat en een voor de Tuchtraad) die door de Koning moeten worden goedgekeurd en die nog niet klaar zijn.
De wet betreft enkel de artikelen 81 tot 110 van de tuchtprocedure voor gerechtsdeurwaarders (en daarvan is de helft zuiver formeel) en beoogt eigenlijk vooral belangrijke wijzigingen in de notariële wereld.
De belangrijkste wijzigingen voor gerechtsdeurwaarders zijn:
- De oprichting van een auditoraat dat tot taak heeft de zaak gedurende de hele procedure te volgen, waar in de huidige procedure het gedeelte "à charge" aan de klager werd overgelaten.
- De "federalisering" van de procedure aangezien er slechts één auditoraat en één tuchtraad op nationaal niveau zullen zijn, waar er vroeger een tuchtcommissie per hof van beroep was.
- De invoering van bepaalde termijnen die de procedure in de tijd moeten beperken. Dit is een positief punt, aangezien er momenteel geen enkele termijn is voorzien, noch voor het onderzoek van de klacht door de NKGB, noch voor het werk van de tuchtcommissie.
Er bestaat echter nog steeds onduidelijkheid over hun uitgangspunt.
Anderzijds, constateren wij een zekere achteruitgang ten opzichte van de vroegere bepalingen :
- De rol van de klager wordt louter herleid tot die van klokkenluider, die bijvoorbeeld zijn klacht niet langer rechtstreeks aan het tuchtcollege kan voorleggen als de auditeur er geen gevolg aan geeft. Hij verliest ook het recht om in beroep te gaan.
- De aanwezigheid van een lid dat geen gerechtsdeurwaarder is, werd in de nieuwe versie geschrapt, zodat de "nieuwe" Tuchtraad alleen bestaat uit een rechter en gerechtsdeurwaarders, wat het beeld van "rechtspraak door gelijken" in stand houdt en nog versterkt.
- Bepaalde problemen die we konden vaststellen bij de behandeling van eerdere klachten werden niet in aanmerking genomen.
Bovendien is de tekst soms onduidelijk over de stappen van de procedure. Deze vaagheid zal hopelijk worden weggenomen in de interne reglementen waaraan momenteel wordt gewerkt.
Voor een meer technische analyse, artikel per artikel, verwijzen wij u naar de werknota die wij samen met andere actoren in de strijd tegen overmatige schuldenlast hebben opgesteld. Het is de bedoeling dat de werknota de basis vormt voor een bespreking met de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. (alleen in het Frans)
Een tuchtklacht indienen in 2024
Hieronder volgt een kort overzicht van wat er vanaf 2024 moet gebeuren om een tuchtklacht in te dienen.
Voorafgaande poging tot schikking
We herinneren er vooreerst aan dat een particulier die geconfronteerd wordt met een optreden van een gerechtsdeurwaarder, dat hij als onbillijk of onrechtmatig beschouwt, eerst moet proberen het probleem met de betrokken gerechtsdeurwaarder op te lossen. En daarvoor doet hij er goed aan om schriftelijke stukken over te leggen of zelf het bewijs van zijn actie bij te houden. Pas als de deurwaarder niet of niet adequaat reageert, kan hij een van de rechtsmiddelen overwegen die hem ter beschikking staan. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van deze rechtsmiddelen, zie het volgende artikel : Welke rechtsmiddelen tegen misbruik door gerechtsdeurwaardeur.
Indien het optreden (of niet-optreden) van de gerechtsdeurwaarder van die aard is dat het kan leiden tot tuchtrechtelijke maatregelen, kan dus een tuchtklacht worden ingediend bij het auditoraat van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.
Indienen van de klacht
Wie kan de klacht indienen ?
- Een derde, dat wil zeggen iemand anders dan de deurwaarder zelf. Er is niet bepaald dat deze persoon een belang moet hebben bij het geschil, zodat iedereen een klacht kan indienen.
- Een lid van de beroepsgroep, d.w.z. een andere deurwaarder.
De procureur des Konings, de Nationale Kamer of een van de arrondissementskamers hebben ook de bevoegdheid om een tuchtprocedure in te leiden. In dat geval gaat het echter niet om een klacht maar om een aangifte. Een klacht die door een particulier bij een van deze instanties wordt ingediend, kan dus ook leiden tot een tuchtprocedure, maar de uiteindelijke beslissing berust uitsluitend bij de betreffende instantie.
Voor meer details over het indienen van een klacht, zie ons volgende artikel : een klacht neerleggen tegen een gerechtsdeurwaarder
Opgelet: de klacht moet schriftelijk worden ingediend en gemotiveerd worden. Het is niet duidelijk of de auditeur de feiten kan herkwalificeren of dat hij de exacte bewoordingen van de klacht moet overnemen. Hoewel het belangrijk is om lichtzinnige of ongegronde klachten te vermijden, zou deze motiveringseis in de interne reglementen moeten worden verduidelijkt. Er moet immers rekening mee worden gehouden dat particulieren geen volleerde juristen zijn en dat hun klachten gegrond kunnen zijn, ook al zijn de tegen de deurwaarder aangevoerde feiten onhandig geformuleerd of juridisch slecht gemotiveerd.
Evenmin wordt vermeld wat er moet worden gedaan als de klacht niet over het gedrag van een bepaalde persoon gaat, maar over het optreden van een deurwaarderskantoor. En wat als dat kantoor in meerdere arrondissementen gevestigd is?
Wat gebeurt er met de klacht nadat deze is ingediend ?
De klacht wordt vervolgens overgemaakt aan een van de leden van het auditoraat, een orgaan van de NKGB dat is samengesteld uit 3 Franstalige en 3 Nederlandstalige gerechtsdeurwaarders uit verschillende arrondissementen, die door de Nationale Kamer zijn aangesteld voor een ambtstermijn van 3 jaar, die eenmaal kan worden verlengd. De regels voor de aanstelling van de deurwaarders-auditeurs zijn nog niet vastgesteld, maar bepaalde richtlijnen in de wet zouden ervoor moeten zorgen dat de deurwaarders onpartijdig kunnen optreden.
Binnen een maand na ontvangst van de klacht stuurt de deurwaarder-auditeur het dossier door naar de deurwaarder die het voorwerp is van de klacht. Deze laatste heeft dan een maand de tijd om zijn opmerkingen te formuleren.
Vervolgens (ten laatste 2 maanden na de datum waarop de klacht werd ingediend) begint een termijn van 3 maanden te lopen (eenmaal verlengbaar met 1 maand) waarbinnen de deurwaarder-auditeur zijn verslag moet opstellen. Hij mag daarvoor bijkomende informatie opvragen bij de betrokken partijen en een met redenen omkleed advies vragen aan een andere deurwaarder of aan een derde deskundige.
Er zij op gewezen dat de deurwaarder-auditeur in deze fase van het onderzoek aan beide partijen een minnelijke schikking kan voorstellen en aldus het geschil kan oplossen zonder dat hij zijn verslag moet indienen.
1ste beslissing over de klacht
Uiterlijk 5 (of 6) maanden nadat de klacht of de aangifte is ingediend, stelt het auditoraat de klager en de betrokken deurwaarder in kennis van het gevolg dat aan de klacht of de aangifte zal worden gegeven. De wet is op dit punt niet erg duidelijk, maar wij denken dat het auditoraat een beslissing zal nemen op basis van het verslag van de deurwaarder-auditeur. Het auditoraat kan:
- het dossier zonder gevolg klasseren;
- de betrokken deurwaarder een schikking voorstellen en de procedure beëindigen op basis van bijvoorbeeld de betaling van een geldsom. Dit kan alleen als de klacht is ingediend op basis van een aangifte van de Nationale Kamer of een van de arrondissementskamers (dus niet bij een klacht ingediend door een particulier);
- de tuchtprocedure voor de Tuchtraad opstarten.
Noch de klager, noch de betrokken deurwaarder kunnen beroep aantekenen tegen deze beslissing. Alleen de instanties die een aangifte hebben ingediend, kunnen de beslissing aanvechten en de zaak voor de Tuchtraad brengen.
Er zij op gewezen dat er voor deze fase geen specifieke termijn aan het auditoraat is opgelegd. Bij overschrijding van de termijn van 5 (of 6) maanden is het enkel mogelijk om de aanstelling van een andere auditeur te vragen. Als het dossier 2 jaar na de indiening van de klacht nog steeds niet is overgedragen aan de Tuchtraad, wordt de procedure als verjaard beschouwd.
Overdracht aan de Tuchtraad
Indien besloten wordt om de procedure voort te zetten, wordt het dossier overgedragen aan de Tuchtraad, een orgaan bestaande uit een magistraat en 2 gerechtsdeurwaarders-assessoren die door de Nationale Kamer worden verkozen voor een termijn van 3 jaar (eenmaal hernieuwbaar). Binnen een termijn van ten minste één maand roept de Tuchtraad de deurwaarder waarop de klacht betrekking heeft, op voor een zitting. Deze datum wordt door de griffie tevens meegedeeld aan de deurwaarder-auditeur en aan de procureur des Konings van het arrondissement van de betrokken deurwaarder. De klager wordt geacht door de deurwaarder-auditeur "in kennis te worden gesteld" van de datum en de plaats van de zitting, maar er is niet voorzien in een termijn of een sanctie.
De klager heeft dus het recht om de zitting bij te wonen en er te worden gehoord, maar zal geen getuigen kunnen ondervragen. Dit houdt in dat hij de procedure waarschijnlijk niet meer à charge zal hoeven te voeren, zoals in de huidige regeling het geval is. Het is echter niet duidelijk of deze rol dan zal worden vervuld door de auditeur of door de procureur des Konings.
Beslissing van de Tuchtraad
Na de inleidende hoorzitting zal waarschijnlijk een kalender voor de uitwisseling van argumenten worden vastgesteld, die enkele maanden in beslag zal nemen, hoewel de wet hierover niets bepaalt. Binnen de maand na het einde van de zittingen doet de Tuchtraad bij geheime stemming uitspraak en kan zij de gerechtsdeurwaarder waarop de klacht betrekking heeft een van de volgende sancties opleggen:
- een terechtwijzing;
- een blaam;
- een tuchtrechtelijke boete van € 125,00 tot € 25.000 die wordt betaald aan de Schatkist;
- uitsluiting uit alle beroepsorganen vermeld in boek VI (NKGB – Tuchtraad, …) voor maximaal vijf jaar de eerste keer en tien jaar in geval van recidive;
- een tijdelijke schorsing als gerechtsdeurwaarder;
- de afzetting of, al naargelang het geval, de intrekking van de titel van deurwaarder.
Er zij op gewezen dat een tuchtrechtelijke boete tegelijk met een andere sanctie kan worden opgelegd.
Deze beslissing wordt door de griffie binnen de 15 dagen aan alle betrokken partijen (met inbegrip van de klager) meegedeeld. De vervolgde deurwaarder, de deurwaarder-auditeur en de procureur des Konings kunnen tegen deze beslissing beroep aantekenen. De klager heeft dit recht niet.