Ontmoeting met de federale Ombudsman over de kwestie van de belastingschulden en de invorderingsstrategie van de FOD Financiën (JUNI 2019)
Verschillende diensten hebben ons laten weten dat ze veel moeilijkheden ondervinden in het kader van de toepassing van de administratieve schuldenregeling (ASR). Zij stellen immers vast dat de administratie geen rekening houdt met de financiële situatie van de betrokken personen, noch met het budget dat werd opgesteld door de dienst schuldbemiddeling.
Uit de ervaringen van verschillende diensten blijkt dat, wanneer het gezinsbudget hoger ligt dan de vaste bedragen die door de administratie worden gehanteerd (zie hieronder), de ASR wordt geweigerd en de FOD Financiën maandelijkse terugbetalingsbedragen oplegt, die hoger liggen dan de bedragen die door de dienst schuldbemiddeling worden voorgesteld.
De administratie baseert zich hiervoor op de inkomsten van de aanvrager en op een maatstaf (zie onderstaande forfaitaire bedragen) voor diens vaste uitgaven (= bedrag dat objectief gezien nodig is om in zijn levensonderhoud te voorzien).
Alleenstaande | 1300 euro | |
---|---|---|
Koppel | 1600 euro | |
Toeslag per kind | +150 euro |
De FOD houdt geen rekening met het feit dat ook nog andere schulden moeten worden afgelost, noch met de noodzaak om een reserve op te bouwen om de volgende belastingfactuur te kunnen betalen. Dat leidt tot afbetalingsplannen die nergens toe leiden (er wordt bijvoorbeeld geen reserve aangelegd om de belastingen van het volgende jaar te kunnen betalen).
Het standpunt van de federale Ombudsman
Zowel bij aanvragen voor middellange afbetalingsplannen (van meer dan 4 maanden na de vervaldag tot maximaal 12 maanden na het ontstaan van de schuld), als voor de administratieve schuldenregeling (tot maximaal 60 maanden na ontvangst van de aanvraag), moet de belastingadministratie, overeenkomstig circulaire 2018/C/69, volgende elementen in rekening nemen:
(1) de betalingscapaciteit van de burger,
(2) maar ook bijzondere of uitzonderlijke omstandigheden (bv. zware medische kosten) die de aanvrager treffen.
Bijzondere of uitzonderlijke omstandigheden
Volgens de federale Ombudsman moeten deze "bijzondere of uitzonderlijke omstandigheden" ruim geïnterpreteerd worden en mogen ze niet worden beperkt tot het louter in rekening nemen van hoge medische kosten. Er moet in tegendeel rekening worden gehouden met de werkelijk noodzakelijke uitgaven om te voorzien in de basisbehoeften van het gezin (huur, energie, gezondheidszorg, schoolkosten, enz.).
Daarnaast zou ook kunnen worden voorgesteld om bij de uitgaven rekening te houden met de betaling van voorschotten of de vrijwillige inhouding van de bedrijfsvoorheffing, op verzoek van de belastingplichtige (fiscaal voluntariaat), om het volgende jaar een belasting te vermijden.
1) De betalingscapaciteit van de burger
Bij het bepalen van de betalingscapaciteit kan de administratie inderdaad rekening houden met de bovenvermelde forfaitaire bedragen. De federale Ombudsman is echter ook van mening dat andere forfaitaire bedragen in aanmerking kunnen worden genomen, zoals de minimale budgetreferenties voor een waardig leven..
Om het minimumbudget voor een waardig leven te berekenen op basis van de gezinssituatie, gaat u naar,
Klik hier
Deze minimale budgetreferenties zijn gebaseerd op een studie getiteld « Wat heeft een gezin minimaal nodig? Een budgetstandaard voor Vlaanderen » die in 2009 is verschenen onder leiding van Bérénice Storms, onderzoekster aan de Katholieke Hogeschool Kempen, en Karel Van den Bosch, van de Universiteit Antwerpen (Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck).).
De studie werd uitgevoerd in het kader van een transnationaal project (Progress-programma) met steun van de Europese Commissie, met als doel de ontwikkeling van budgetreferenties die elkeen in staat zouden moeten stellen om een aanvaardbaar welzijnspeil te bereiken en een leven te leiden in overeenstemming met de menselijke waardigheid, en zo sociale uitsluiting te voorkomen..
De studie beoogt in het bijzonder om professionals die werkzaam zijn op het gebied van de bestrijding van armoede en overmatige schuldenlast richtlijnen te geven voor het bepalen van een minimuminkomensdrempel die elkeen in staat moet stellen een leven te leiden in overeenstemming met de menselijke waardigheid Dit instrument is gebaseerd op de "theory of human need" van Doyal & Gough die, naast de primaire behoeften (drinken, eten, een dak boven het hoofd, verzorging,....), ook de nadruk legt op de fundamentele behoefte van elk mens om een identiteit te hebben, erkenning te genieten en verbondenheid te voelen.
De Vlaamse vorsers maakten voor hun onderzoek gebruik van uitgavenkorven, opgedeeld in een aantal grote kostenposten: voeding, kleding en schoeisel, gezondheid en hygiëne, huisvesting en veiligheid, ontwikkeling en veiligheid van kinderen, rust en ontspanning, onderhoud van sociale relaties en mobiliteit, op basis waarvan minimale uitgaven werden bepaald volgens verschillende gezinsprofielen. Anderzijds hielden zij ook rekening met keuzes inzake prioritaire uitgaven.
Voor meer informatie, klik hier (enkel in het Frans)
2) L2. De diensten voor schuldbemiddeling krijgen nog steeds vaak te maken met situaties waarin het optreden van de overheid als onredelijk of onevenredig wordt ervaren
Bijvoorbeeld, wanneer de dienst schuldbemiddeling het onvermogen van een schuldenaar aantoont en de procedure desalniettemin wordt verder gezet (roerend beslag als drukkingsmiddel, beslag op een rekening), of wanneer er beslag wordt gelegd terwijl de betrokkene reeds betalingen verricht om de achterstallige bedragen af te lossen.
De federale Ombudsman merkt op dat de prestatiedoelstellingen die aan ontvangers worden opgelegd, sommige onder hen ertoe aanzetten de administratieve richtlijnen te strikt toe te passen. Sommige procedures, met name via gerechtsdeurwaarders, zijn niet noodzakelijk en verergeren onnodig de financiële situatie van burgers met een schuldenlast.
Dit is het geval wanneer de schuld bijna is vereffend of de betaling op handen is of nog wanneer de administratie beslag legt op bedragen waardoor mensen minder dan het leefloon overhouden, dat als een minimum wordt beschouwd om een waardig leven te kunnen leiden.
- Een voorbeeld: Beslag op het inkomen van een zelfstandige. In veel gevallen legt de administratie beslag op het volledige bedrag van het inkomen en is het aan de beslagene-schuldenaar om, desgevallend voor de beslagrechter, te bewijzen wat zijn totale inkomen is en of het in beslag genomen gedeelte al dan niet voor beslag vatbaar is. Ook hier pleit de federale Ombudsman voor een versoepeling van de houding van de administratie, wanneer het bijvoorbeeld duidelijk is dat de zelfstandige slechts één klant heeft en dat het bedrag van de inbeslagneming niet hoger is dan de voor beslag vatbare gedeelten. De federale Ombudsman zal dan ook instemmen met een tussenkomst indien een eerste met redenen omkleed verzoek aan de ontvanger het niet mogelijk heeft gemaakt om de situatie te deblokkeren.
De procedures zijn soms onevenredig of belastend omdat ze gelijktijdig (bij de bank en de werkgever) worden opgestart.
In deze situaties kan de federale Ombudsman u helpen. Hij zoekt een oplossing voor uw probleem en gaat na of de administratie correct heeft gehandeld.
Als uw klacht gegrond is, zal hij de administratie proberen te overtuigen om de situatie recht te zetten en een herhaling van het probleem te voorkomen.
- Een voorbeeld: In een dossier van de dienst schuldbemiddeling van de stad Brussel had het invorderingsteam beslag gelegd op de rekening van een begunstigde van het leefloon en geweigerd de inbeslagneming op te heffen totdat de schuld volledig was vereffend. De rekening bleef dus geblokkeerd. Op 11/12/2018 diende de dienst voor schuldbemiddeling een klacht in bij de federale Ombudsman. Op 19/01/2019, na de tussenkomst van de bemiddelaar, werd de rekening gedeblokkeerd.
De federale Ombudsman herinnert eraan dat hij niet de bevoegdheid heeft om de administratie te dwingen met een regeling akkoord te gaan, ook al kan er vaak een oplossing worden gevonden.
Naast de federale Ombudsman kan ook een beroep worden gedaan op de Fiscale Bemiddelingsdienst. Wij raden u echter aan om de zaak eerst voor te leggen aan de federale Ombudsman, die het dossier in ieder geval zal doorsturen naar de Fiscale Bemiddelingsdienst. Op die manier is de federale Ombudsman op de hoogte van wat er op het terrein gebeurt en kan hij ervoor zorgen dat er schot in de zaak komt...
De federale Ombudsman heeft ons immers op het hart gedrukt dat hij vast van plan is om zijn opdracht, namelijk het versterken van een verantwoordelijke, eerlijke en billijke belastingadministratie, voort te zetten, maar dat hij daarvoor meer materiaal en concrete dossiers nodig heeft. Daarom vraagt hij de schuldbemiddelaars om de problemen en disfuncties waarvan zij getuige zijn, te blijven melden. .
U kunt online een klacht indienen via het elektronische klachtenformulier of per e-mail op het adres :
Leuvenseweg 48 bus 6| 1000 Brussel
GRATIS nummer 0800 99 961
www.federaalombudsman.be
Als u vragen heeft, kunt u als professional ook rechtstreeks contact opnemen met Laurent Daniaux (voor dossiers in het Frans) en Bart Vandamme (voor dossiers in het Nederlands), auditeurs van de afdeling Financiën en Economie van de Federale Ombudsman.
U vindt hun volledige contactgegevens in het beveiligde gedeelte van de website van het Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling, waarop u zich kan aanmelden met uw wachtwoord.
Bijgevoegd vindt u de Powerpoint-presentatie van de ontmoeting met Laurent Daniaux en Bart Vandamme, auditeurs van de afdeling Financiën en Economie van de Federale Ombudsman.