De "verzaking aan de op de verjaring verlopen termijn" gevraagd door de FISCUS (AUGUSTUS 2014)
In het kader van onze hotline, wordt ons vaak de volgende vraag gesteld: de ontvanger van de belastingen vraagt de belastingplichtige een verzoek tot verzaking aan de op de verjaring verlopen termijn te ondertekenen. Kan men dit formulier in volle vertrouwen ondertekenen of is er gevaar?
Het antwoord hangt af van de omstandigheden:
Ter herinnering, volgens artikel 145 van het Koninklijk uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen van 1992 (WIB/92), is de verjaring voor de directe belastingen en de voorheffingen verworven vijf jaar na hun invorderbaarheid (d.i., om kort te zijn, twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet).
Zoals op burgerlijk gebied, kan een dagvaarding, een bevel tot betaling of een beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te verkrijgen, verjaringstuitend zijn. Deze wijzen om de verjaring te stuiten moeten wel op initiatief van de schuldeiser, bezorgd om zijn rechten te behouden, gebeuren,
Artikel 145 van het KB/WIB92 voegt een bijzondere stuitingswijze toe, met name door afstand te doen van de verlopen verjaring.
Het gaat om een specifieke modaliteit van het fiscaal recht, verwant met de schuldbekentenis, die bekomen word door de ondertekening van een specifiek administratief document (formulier 181).
Het voordeel van deze stuitingswijze van de verjaring is dat ze niets kost. Door dit document te ondertekenen, zal de belastingplichtige (soms belangrijke) aanvullende kosten van een bevel tot betaling vermijden.
Als de belasting niet wordt betwist, kan het dus relevant blijken dit document te ondertekenen en aldus de kosten in verband met de gedwongen invordering te verminderen.
Alvorens te ondertekenen, zal men echter tijdens de verjaring oplettend moeten zijn : soms beseft de belastingadministratie op het laatste moment dat de verjaring bereikt zal zijn en stuurt ze de schuldenaar een verzoek om dit document te ondertekenen, met de hoop dat de verzaking nog juist vóór de verjaringsdatum zal aankomen.
In dergelijk geval, zult u natuurlijk uw klant moeten verwittigen dat hij - als hij dit document ondertekent - verplicht zal zijn om een schuld te betalen, die anders niet meer invorderbaar zou zijn.
Als de belasting wordt betwist en als een klacht werd ingediend of een gerechtelijke procedure gestart, wordt het verloop van de verjaring tot de dag na de dag van de definitieve afsluiting van de administratieve – en/of gerechtelijke procedure uitgesteld (nieuwe artikelen 443 bis en 443ter van WIB/92). Een verzaking aan de op de verjaring verlopen termijn heeft in dit geval weinig nut voor de administratie. Het is dan ook beter om in dergelijk geval zo’n document niet te ondertekenen.
In dit geval zou de belastingadministratie de belastingplichtige kunnen verzoeken een verzaking aan de op de verjaring verlopen termijn te ondertekenen maar men ziet het voordeel van deze actie niet voor de administratie; in dergelijk geval is het dan ook beter om zo’n document niet te ondertekenen.